Een pup voor de kinderen, waarbij de kinderen de ‘baasjes’ zouden moeten worden en de verantwoording voor de hond zouden moeten dragen, is geen goed idee. Opgroeiende kinderen worden met veel verleidingen en schoolverplichtingen geconfronteerd. De dagelijkse uren met aandacht voor de hond, slinken als sneeuw voor de zon. De hond is een levend wezen, dat blij kan zijn, maar ook verdrietig. De hond mag nooit ‘het kind van de rekening worden’ door verwaarlozing. Uitsluitend een leuk uiterlijk van een pup in huis, mag niet de reden voor aanschaf zijn. Bij de pup komt veel meer kijken!  Als u een pup /hond wilt, waarmee moet u dan allemaal rekening houden?

U moet rekening houden, dat een hond minimaal 3x per dag naar buiten moet, weer of geen weer. Een pup moet zindelijk worden. In het eerste jaar is de frequentie van uitlaten hoger, om de 2 uur in het begin, en wordt de frequentie stap voor stap afgebouwd. Mocht het eens misgaan, dan stelt u de vraag: ‘Ben ik het uitlaten vergeten of heeft de pup verkeerd voedsel gekregen?’ Kinderen zijn daarvan niet bewust, als over dat onderwerp niet is gesproken. Vaste uitlaatmomenten, zijn na de nachtslaap, na het spelen binnenshuis en na de hoofdmaaltijd van de hond.

Een pup kunt u niet zomaar alleen thuis laten. De pup zal langzaam moeten wennen om alleen thuis te kunnen blijven, dit kost tijd en is niet zomaar in een week gebeurd. U moet er dus rekening mee houden, dat u een aantal weken thuis moet blijven om uw pup het ‘alleen zijn’ aan te leren.

De eerste paar dagen blijft u lekker bij de pup thuis. Naar een paar dagen gaat u al wat oefenen om de pup alleen te kunnen laten. U gaat eens naar een andere ruimte en laat de pup alleen achter waar deze is. Na 5 minuten komt u terug, en als hij stil is geweest, wordt de pup beloond voor zijn goed gedrag. De volgende dag probeert u dan 10 minuten, en zo bouwt u uw afwezigheid op, zolang de trend in het goede gedrag standhoudt. Twee uur lijkt voor een pup, het uitlaten, nog het maximum.

De pup heeft door de groeiperiode bijzondere verzorging en controle nodig, afhankelijk van het ras, zie ook RAS-INFO.  Het gebit in wording, is levenslang van belang voor de hond. Correcties en onderhoud op jonge leeftijd leggen de basis voor een gezond gebit. Daarbij kan het juiste voedsel  voor puppies helpen. De dierenarts moet een medische begeleider worden voor een gezonde hond: de reguliere inentingen,de periodieke wormenkuren en de bewaking van actuele en acute bedreigingen voor de hond in het woongebied. Medische preventie is belangrijk, maar een aandoening is niet 100% uit te sluiten. Verstandig is een reservepotje voor deze medische kosten aan te houden.

Voor de pup en de begeleider, is belangrijk, dat een pup goed in het maatschappelijke verkeer wordt gesocialiseerd. U moet daarin veel tijd, energie en geduld steken. Contact met andere honden, mensen, verkeer, kinderen, winkels, geluiden, andere dieren in uw woongebied en dergelijke omstandigheden. U heeft daarvan een hondenleeflang profijt.

Als u kinderen hebt, dan is het belangrijk een aantal regels met uw kind(eren) door te nemen: 1. een hond, die slaapt, mag niet aangeraakt worden; 2. een hond mag nooit geplaagd of mishandeld worden; 3. een pup moet nog veel slaap krijgen, houd daar rekening mee; 4. speeltjes van de hond zijn voor de hond, speeltjes van de kinderen zijn voor de kinderen, dus niet voor de hond; 5. laat de hond in zijn waarde en dwing hem niet met harde hand iets te doen wat de hond niet wilt; 6. belonen voor goed gedrag van de hond, is veelvoudig effectief, dan straf of dwang. 7. Laat kleine kinderen ook nooit alleen met de hond, u weet nooit wat er kan voorvallen.

Een dierenarts vertelde eens over een incident met een Golden Retriever, De hond had één van de kinderen gebeten. Op verzoek van de ouders liet hij de Golden Retriever inslapen. Na deze handeling, keek hij nog eens extra naar de hond. Hij ontdekte in het linkeroor een nietje uit een nietjesapparaat. Geen hondenvriend wil dit meemaken. Neemt u uw verantwoording, een kind is daarvoor te jong en bevindt zich nog in de fase, waarin het ‘door schade en schande wijs moet worden.’