Gelukkig is de ”American Hairless Terriër” een jong en gezond ras. Toch komt het voor, dat een aantal ziektes van binnenuit zich openbaart. Het gebeurt gelukkig zelden en zo moet dat blijven. De verantwoordelijke fokkers binnen het ras, blijven alert en testen preventief op deze ziektes bij de honden.


Wat is Primaire Lens Luxatie (PLL)?                                          terriërs en terriër-

Primaire Lens Luxatie, of kortweg PLL, is een goed herkenbare, pijnlijke en blindmakende erfelijke afwijking in een groot aantal hondenrassen, met name in de terriërs en terriër-achtigen. In aangetaste honden, degenereren de banden, waarmee de lens wordt gefixeerd. Wanneer de lens uiteindelijk niet meer in de goede positie aanwezig is, zal de hond blind worden.
De symptomen worden ontwikkeld op jonge leeftijd. Binnen enkele uren tot maximaal enkele weken na de geboorte, kunnen de kenmerken, die horen bij deze DNA-varianten, worden waargenomen.


Wat is patellaluxatie of knieschijfluxatie? ( PL)

De knieschijf ofwel patella ligt normaal gesproken in een kraakbeengroef (rolkam) van het onderste gedeelte van het bovenbeen. De knieschijf bevindt zich in de kniepees die recht oversteekt van het bovenbeen naar de rand van het onderbeen. Luxatie betekent “uit de kom zijn”. Bij patellaluxatie schiet de knieschijf van zijn plaats, naar de binnen- of buitenkant van het been.

De knieschijf heeft een belangrijke functie in het mechanisme van de kniestrekking, bv bij springen. De onderkant van het bovenbeen met de groeve voor de knieschijf fungeert als een soort katrol. Als de bovenbeenspieren aanspannen gaat het onderbeen naar voren, strekt het been en kan er op gesteund worden. Bij een luxatie van de knieschijf valt deze functie weg doordat de knieschijf en kniepees niet meer in een lijn liggen met de kracht van de bovenbeenspieren. Daardoor kan de hond niet meer goed op dit been steunen.

Patellaluxatie kan aan één poot voorkomen maar heel vaak komt de aandoening beiderzijds voor. Af en toe wordt de aandoening al bij pups van enkele maanden oud gezien. Vaker komen problemen pas op een wat later moment (1-3 jaar). In principe kan patellaluxatie bij alle rassen voorkomen. We zien het echter het vaakst bij de kleine en minirassen (Yorkshire Terrier, Chihuahua) maar ook bij de de Bullterrier komt de patellaluxatie vaak voor evenals bij de Jack Russel Terrier.


PRA – Progressieve Retina Atrofie (PRA)

Progressieve retina atrofie of PRA is een erfelijke ziekte waarbij de staafjes en/of de kegeltjes in het netvlies afsterven of verkeerd gevormd worden.

PRA is een verzamelnaam van een aantal ziektes die gelijkaardige symptomen veroorzaken. PRA wordt meestal recessief overgeërfd, wat betekent dat het defecte gen van beide ouderdieren moet gekregen worden en dat dieren met maar 1 defect gen geen symptomen hebben. Sommige vormen erven echter dominant over: 1 defect gen veroorzaakt dan al symptomen.

De meeste vormen veroorzaken symptomen op middelbare leeftijd, maar sommige uiten zich al kort na de geboorte. De ziekte treedt gelijktijdig aan beide ogen op.

PRA is een probleem in zeer veel populaire en minder populaire rassen, onder andere in retrievers, verschillende terriërs, dwergschnauzer, spaniels, poedel, briars, collie, border collie, vlinderhondje, Ierse setter, husky, bullmastiff en Belgische herders.

Symptomen

De symptomen beginnen vaak rond de leeftijd van 4 tot 7 jaar, maar in sommige variëteiten al enkele maanden na de geboorte. Het eerste teken is typisch nachtblindheid: de hond begint tegen dingen op te lopen als het schemert of donker is.

De ziekte evolueert traag maar zeker: de blindheid wordt erger en na verloop van tijd is zien ook overdag een probleem. Dit uit zich door tegen meubilair te botsen, over objecten struikelen en moeilijk trappen aflopen (vaak wordt met de poot in de lucht getrapt om vaste grond te zoeken). Uiteindelijk worden aangetaste dieren volledig blind.

Andere tekens zijn een slechtere pupilreflex, wijd openstaande pupillen, een groene schijn in het oog en vaak ook cataract.

Progressieve retina atrofie is niet pijnlijk. De dieren voelen niets van het afsterven van de cellen in het netvlies.


Wat is Degeneratieve Myelopathy? (DM) 


Degeneratieve Myelopathy is een progressieve neurologische aandoening van het ruggenmerg vergelijkbaar met MS/ALS bij mensen. De ziekte vangt meestal aan tussen de leeftijd van 6 en 10 jaar. Vanaf de eerste tekenen van de aandoening tot het einde is het verloop meestal tussen de 6 en 18 maanden.

Het begint met coördinatieverlies in de achterste ledematen. De hond gaat waggelen, struikelen of slepen met de achterpoten. Dit vangt meestal aan in één poot om vervolgens over te slaan naar de tweede poot. Incontinentie komt ook veel voor. Uiteindelijk wordt de hersenschors aangetast. Ook het uitvallen van vitale functies kan het gevolg zijn. De zichtbare gevolgen zijn hartverscheurend om aan te zien, echter de hond heeft geen pijn.

De oorzaak
In het ruggenmerg lopen de zenuwbanen welke de spieren aansturen. Deze zenuwen liggen in bundels gegroepeerd in de zo genoemde witte stof . Deze witte stof wordt aangetast, de isolatie (myeline) van de zenuwen verdwijnt en de zenuwen sterven af waardoor de aansturing van de spieren steeds minder wordt.

Uit recente onderzoeken naar MS/ALS (o.a. in Nederland) zijn aanwijzingen gevonden dat ook een mogelijke infectie van de zenuwen van invloed kunnen zijn of een combinatie van afsterven van de zenuwbaan en een infectie aan de zenuwen, zoals Jean-Martin Charcot, de ontdekker van MS in 1880 reeds vermoede.

Er zijn mogelijk nieuwe omgevingsfactoren gevonden welke zouden kunnen bijdragen aan het krijgen van MS(DM).
Dit werd vermeld in de wetenschapsbijlage van de NRC van 24 juli 2010.
Door stom toeval heeft men bij het California Institute of Technology ontdekt dat, als de genetisch aanleg aanwezig is, het daadwerkelijk krijgen van MS/ALS (dus ook DM?) waarschijnlijk afhankelijk is van de samenstelling van de darmflora, met name door “gesegmenteerde filamenteuze bacteriën”. Deze bacteriën komen voor in de bodem, dus welke hond krijgt ze niet naar binnen? De bacteriën veroorzaken kleine ontstekingen waardoor er afweercellen ontstaan die op hun beurt ontstekingsprocessen veroorzaken in het centrale zenuwstelsel welke leiden tot MS/ALS(DM). Deze kennis zou in de verre toekomst misschien van nut kunnen zijn bij het vinden van een oplossing voor deze ziekte.

De diagnose
DM wordt vastgesteld door middel van eliminatie. Er kunnen meerdere oorzaken zijn voor de uiterlijke kentekenen van DM zoals o.a. lumbo-sacrale instabiliteit, hernia, tumor, cyste, infecties of hartaanval. Er kan een EMG, CT en/of MRI scan worden gemaakt. Geeft dit geen resultaat dan wordt de diagnose DM gesteld. Een eenvoudiger manier is de hond een week lang pijnstillers te geven. Indien er geen vermindering van de symptomen optreedt, dan is DM waarschijnlijk. De definitieve diagnose kan slechts worden gesteld door middel van een autopsie.

Hoe DM te behandelen
Er is geen behandeling welke DM vertraagd of tot staan brengt. Wel kunnen we zorgen gladde ondergronden zoveel mogelijk te vermijden. Zorg voor vloerbedekking of tapijten, overal waar de hond komt. Dit geeft steun bij het lopen. Vermijdt trappen, houten vloeren of plavuizen.

Voorzorgmaatregelen
Het is van belang om elke hond welke wordt ingezet voor de fok, te testen op DM.
Deze DNA test is opgesteld door de Universiteit van Missouri-Columbia en wordt door diverse onderzoek instituten uitgevoerd zoals van Haeringen laboratorium te Wageningen en Laboklin in Duitsland.
De test is gebaseerd op testen van het zogenaamde SOD1 gen.

Uitslag DM test.
Er zijn drie mogelijke uitslagen :

* Vrij – Betekent dat de hond vrij is van deze gen mutatie
* Drager – Dragers kunnen de mutatie verspreiden in de populatie zonder dat ze zelf de symptomen hebben.
* Lijder – Lijders lopen het risico dat zij de ziekte ontwikkelen, maar dat gebeurt lang niet altijd.

Wanneer we zouden besluiten om alleen met DM vrije honden te gaan fokken zal dit uiteindelijk tot een versmalling van de fokbasis leiden. Hierdoor wordt het steeds lastiger om combinaties te maken waarin geen of weinig verwantschap zit tussen de beide ouderdieren en is inteelt een feit.
Om die reden wordt er wel gefokt met dragers. Ook wordt er incidenteel met lijders gefokt wanneer deze hond voor wat betreft zijn bloedlijnen waardevol is voor het ras. Dit is een goed voorbeeld dus van “breed fokken” Wel moet dan altijd één van de twee ouderdieren vrij van DM zijn.